Ik vraag me af of het zo langzamerhand niet gaat opvallen. Ik kom steeds vaker en blijf ook langer hangen in diverse winkels. Ze zeggen weleens dat de verhalen op straat liggen, maar ik kom ze met regelmaat tegen in de plaatselijke supermarkt.
Voelde ik me een een week geleden tijdens het fotograferen nog een beetje een Mondriaan, gisteren had ik het gevoel dat Simon Carmiggelt over mijn schouder meekeek.
Liefdeskronkel 1: Ik loop in de winkel, volg de paden met de aanlokkelijk uitgestalde artikelen en passeer twee jonge mensen die in gesprek zijn geraakt. Althans zo lijkt het.
Hij lurkt met een achteloze houding aan een flesje frisdrank en zij kletst. Het valt me op dat ze praat alsof ze aan het whatsappen is. Misschien overbodig, maar even voor de lezers zonder smartphone? Whatsappen is elkaar tekstberichtjes sturen met of zonder afbeeldingen. Net zoiets als het bijna antieke sms'en, maar dan veel sneller.
Ze praat dus zoals ze zou teksten. Korte zinnen, soms gevuld met woorden die ik niet begrijp. Haar, voor mij toch muzikaal gekwetter, lijkt een soort straattaal. Die ontwikkeling van taal vindt ik boeiend en grappig. Taal heeft zo zijn eigen manier van leven.
Even later zie ik ze beiden bij de kassa. Hij staat voor me, zij in een andere rij.
Zij vindt hem leuk, dat is wel héél duidelijk. Het spat eraf en ik voel de hormonen door de lucht zweven. Ze slooft zich uit, kijkt naar hem. Kijkt of hij haar ziet en gaat ondertussen met een verleidende beweging met haar vingers door haar haar. Misschien heeft ze hierop wel uren voor de spiegel geoefend.
Hij kijkt jammer genoeg niet, vangt de signalen niet op en lijkt niet geïnteresseerd. Even denk ik erover om hem een mannelijke por te geven.
Maar zijn aandacht gaat naar de zes blikjes die met elkaar verbonden zijn door middel van een plastic strip. Hij likt eventjes langs zijn lippen. En ik staak snel mijn porgedachte.
Liefdeskronkel 2: Keurig in de rij stand en wachtend op mijn beurt om geholpen te worden, staan ze voor me. Beiden vijftigers en zo te zien al een eeuwigheid een stel. Ik zie trouwringen om vingers. Het lijkt alsof de glans van de ringen is verdwenen. Hoe symbolisch is dat, vroeg ik me even later af.
Ik zie gewone kleding. Beiden dragen een slobberige spijkerbroek, een trui en een dikke winterjas. Hij draagt een snor en stoppels die om een barbier vragen. Zijn jas is open, die van haar strak dicht. Ze is duidelijk ietsje te zwaar. Ze is rond gevormd, de vorm van een zandloper is verdwenen.
Hij legt de uitgezochte boodschappen op de band die langs de kassa loopt. Voor de boodschappen ligt een beurtbalkje wat aangeeft waar de ene verzameling van boodschappen begint en de ander eindigt.
Mooi woord dat ""beurtbalkje". Ooit bedacht voor iets wat zomaar was uitgevonden en plotseling in onze wereld opdook alsof het een buitenaards ding was.
Hij keek naar zijn handen en zag twee toetjes. Vanillesmaak in zijn rechter, chocolade in zijn linker. Hij keek haar aan en stamelde iets wat ik helaas niet verstond.
"Ik heb je toch gezegd dat je er twee had?" Er kwamen klanken uit haar mond die ik qua dialect niet direct thuis kon brengen maar ik begreep wat ze zei. Maar wat me vooral trof was haar bits en felheid. Het woord sukkel verzin ik er zelf maar bij, maar dat had met het allergrootste gemak achter haar woorden kunnen worden geplakt.
"Sssttt, moet iedereen in de winkel dat nou horen? " gaf hij haar terug. Het trof mij persoonlijk dat het -wat zullen de mensen wel niet denken- uiterst belangrijk was en misschien wel van meer belang dan het laten merken dat het je raakt en pijn doet. Het leven bestaat voor een deel uit prioriteiten stellen.
Maar misschien was hij ook niet anders gewend?
Liefde is de mooiste en sterkste energie. Liefde heeft een stem, maar is niet vanzelfsprekend.
Voor liefde moet je soms een tikkeltje moeite doen.
Simon bedankt voor je inspiratie, maar ik koop geen lange regenjas.
Fijne en liefdevolle dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten