Nijmegen is er bijna klaar voor. Spandoeken en vlaggen wapperen in de wind. Knipperende borden met uitgang en welkom in Nijmegen branden.
Vrachtwagens rijden tussen het winkelende publiek af en aan. Podiumbouwers zijn druk doende met hun gereedschap, spieren doen wat ze moeten doen. Vastpakken, tillen, aanspannen, loslaten.
Meters kabels worden uitgerold en komen op hun plaats. Mannen met leidinggevende functies en plattegronden lopen druk heen en weer. Ze telefoneren, wijzen, roepen en dirigeren. Er klinkt een schreeuw om een ijzerzaag, een vraag om een steeksleutel.
Het is warm in de binnenstad en het gonst van de bedrijvigheid. Feestvierders en zonaanbidders hebben hun plek gevonden op de terrassen. Mobiele koelcellen komen op hun plek, vaten met bier en fris staan klaar. Onvermijdelijke pisbakken staan her en der strategisch opgesteld, afvoerslangen hangen in putdeksels.
Terwijl ik bewonderend en ademloos kijk naar de binnenkant van een feesttent en geniet van het spinnenweb-design hoor ik gepiep van een tractor die achteruit rijdt. De bestuurder geeft me een snelle blik dat een mengsel bevat van sorry en "pas op personeel".
Nijmegen is er bijna klaar voor. En ik ook. De batterijen zijn opgeladen, mijn tas staat klaar, mijn getrainde blik staat op scherp. De komende dagen is het een kwestie van feestvieren, uitblazen op een terras, verbazen, genieten, waarnemen, notities maken, focussen en downloaden van digitale bestanden.
Ondertussen staat de Stevenskerk in haar noodzakelijke steigers. Lijnen van ijzeren palen vermengd met de horizontale houten loopplanken creëren voor mij een prachtig beeld. Het atmosferisch perspectief is de jus over het sappige vlees, de kers op de taart. Ik mis de haan op de torenspits.
Terwijl ik een mensenmengsel zie van toeristen, ongewapende militairen en uitgeshopte bevredigde primarkmeisjes voel ik de goedkeurende blik van de stad. Ze geeft me een vette knipoog. Ik weet dat het goed zit.
Nijmegen is er morgen helemaal klaar voor.
Fijne dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten