Fietsend naar muziek optredens in het dorpje Wijchen zag ik ze van een afstand staan, twee behoorlijk grote beelden, vrouwenhoofden.
Het zijn er twee, ze zijn elkaars spiegelbeeld en gemetseld in rode baksteen. De vormgeving erg mooi en verstillend.
Het draaien van de hoofden op de hals geven een kijkrichting aan, zo kijkt de ene vrouw het dorp in en de ander het dorp uit. De bakstenen verwijzen naar de oude dorpskern en de ambachten van ooit.
De beelden zijn van kunstenares Elisabet Stienstra.
De plaats waar ze staan is een redelijk drukke rotonde met voorbijrijdende, soms scheurende auto's. Om en naast de vrouwen staan véél verkeersborden.
Ik heb er een tijdje bij stilgestaan, rond gelopen om te ervaren. Wat vindt ik er nu eigenlijk van?
Ik merk dat ik wordt heen en weer geslingerd tussen enerzijds de aantrekkingskracht van de haren, ogen, lippen, de jonge frisse uitstraling, de warmte van het rode, het kunstig metselen en anderzijds iets van "opleuken". Een gevoel bekruipt me dat men dacht dat een nogal saaie rotonde met veel borden iets nodig had om een uitstraling te krijgen?
Maar schoonheid hebben de vrouwen, dat staat voor mij vast.
In het dorp was het druk, veel mensen, terrassen, bier, wijn en muziek. Niveauverschil in de muziek was er zeker. Verschil in kwaliteit van de wijn die ik dronk ook.
Koopzondag. De winkels waren open en ik kwam in een winkelstraat in een plaatselijke modeshow terecht. Een rode loper, die nog leeg was, lag tussen het winkelende publiek door. Het duurde even, maar daar kwamen uiteindelijk de dames.
Langs de rand van die rode weg bekroop me het gevoel van duiden doden te sterven als ik hier tussen al die mensen zou moeten showen. Petje af voor de vrouwen en hun moed.
Rondom en naast mij zag ik allerlei mannen, die samen met hun vrouw waren gaan kijken, meegesleurd of niet. Ik zag ook hun gedachten: "Wat doen we hier? Hoe kom ik hier ongezien weg? En waar is het beloofde bier!"
De dame die de microfoon ter hand had genomen om wat achtergrond informatie te verstrekken was duidelijk geen beroeps. Jammer genoeg ontbrak het haar aan een assortiment aan opzwepende of flatterende woorden, een gemiste kans om mensen warm te maken voor een portie meer omzet in de kledingwinkel.
De vierde dame in de stoet was een vrouw waarbij tijdens het aan mij voorbijgaan de informatie klonk: "U ziet het dames, zèlfs een vrouw op leeftijd kan dit nog dragen." Ik zag de ogen van het catwalkmodel zich heel even sluiten, het woord zèlfs deed het 'm denk ik. Ik kan het natuurlijk mis hebben, maar volgens mij zag ik pijn.
In gedachten was ik bij de twee vrouwen op de rotonde. Jeugdig en fris, de tijd staat voor hun stil.
Goede wijn behoeft geen krans. Vrouwen ook niet. Maar wel een compliment. Je was mooi zoals je was op de catwalk.
Fijne dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten